Er zijn boekenkasten vol geschreven over de vraag: wat is het doel van onderwijs? Het meeste simpele antwoord luidt: leerlingen in staat stellen het beste uit zichzelf te halen. En dat is precies wat er gebeurt tijdens de Skillswedstrijden. Ik heb deze een aantal malen mogen bezoeken en kwam daar altijd blij en enthousiast vandaan. Het is ongelooflijk om te zien met hoeveel toewijding de leerlingen hun opdracht uitvoeren. Of het nu een technisch profiel betreft, dan wel horeca, groen of media en vormgeving, in alle gevallen voeren ze een opdracht uit die ik zelf nooit, en zeker niet binnen de gestelde tijd, zou kunnen uitvoeren.
Tijdens de vakwedstrijden komen de toppers in de ring. En net als bij sport of kunst is het een genot om de besten van de besten live aan het werk te zien. Iemand zien excelleren maakt enthousiast – ‘dat wil ik ook’. Hoeveel jongeren dromen niet van een voetbalcarrière als Frenkie de Jong of Matthijs de Ligt en melden zich enthousiast aan bij een voetbalclub? En hoeveel kinderen nemen niet het instrument van hun popidool ter hand of imiteren de danspasjes? Bij Skills gebeurt hetzelfde. Naast de competitie en de aandacht en waardering voor het vakmanschap is er ook een zogenaamd LOB-programma. Leerlingen en studenten kunnen in de praktijk zien en ervaren wat een vak inhoudt en enthousiast worden voor een vervolgopleiding en beroep. In 2019 deden 134 vmbo-scholen mee aan de Skills-wedstrijden. Het LOB-programma trok ruim 9000 bezoekers. Dat zijn mooie cijfers. Maar het kan beter. Ik gun iedere vmbo-leerling – en waarom ook niet iedere havo- en vwo-leerling – de ervaring van een dagje Skills.
Paul Rosenmöller
Voorzitter VO-raad